De Via Appia is, samen met de Via Latina, Via Flaminia en de Via Salaria , een van de belangrijkste oude Romeinse wegen. De weg liep van de hoofdstad Rome, dichtbij de westkust van het Apennijns Schiereiland, tot aan Brindisium (het huidige Brindisi) aan de zuidoostkust hiervan. Het oorspronkelijke traject is op een goede Italiaanse wegenkaart nog redelijk te volgen.

 

Aan de bouw van de Via Appia werd in 312 v.Chr. begonnen op initiatief van Appius Claudius Caecus, naar wie de weg ook werd genoemd. De weg werd aangelegd tijdens de Tweede Samnitische Oorlog om een snelle troepenverplaatsing mogelijk te maken, maar hij kreeg ook een enorm economisch belang, voor vervoer van goederen en personen tussen Rome en Campanië en verder. De weg liep aanvankelijk tot Capua, later is hij doorgetrokken naar Brindisium.

Vanwege het belang van de weg kreeg hij de bijnaam regina viarum (koningin der wegen). De landschappelijke schoonheid van het traject kan hierbij echter eveneens een rol hebben gespeeld. Zeker is dat de weg zeer druk begaan werd door zwaar beladen karren, want de sporen vindt men over de gehele route in het wegdek terug.

De Via Appia Antica, zoals de oude Romeinse weg nu genoemd wordt, loopt door het Parco Appia Antica. Vanuit de stad begint de weg bij de Porta San Sebastiano, vroeger Porta Appia genaamd.

Rechts, half in een muur gemetseld, vindt men de eerste mijlsteen buiten Rome, gewijd door Nerva en Vespasianus. Even verderop, aan de rechterhand staan de grafmonumenten van Orazius en Geta, en aan de linkerhand een Romeinse mansio (pleisterplaats), de eerste buiten de stadsmuren. Ook de restanten van de Villa Capo di Bove, de woonplaats van Herodes Atticus in Rome zijn hier te bezichtigen.